?:definition
|
-
Immuungemedieerde aandoeningen worden gekenschetst door ontregeling van het immuunsysteem die een ontsteking veroorzaakt die gericht is tegen het lichaamseigen weefsel en die weefselbeschadiging tot gevolg heeft. Bij auto-immuunziekten is specifiek de ontwikkeling van hyperreactiviteit van het immuunsysteem betrokken waarbij auto-antistoffen en antigeenspecifieke T-cellen zich op natieve antigenen richten. De etiologie van immuungemedieerde aandoeningen is onduidelijk, maar omvat: genetische factoren, infectie, trauma, geneesmiddelen die van invloed zijn op het immuunsysteem. Bij de pathofysiologie van immuungemedieerde ontsteking kan sprake zijn van combinaties van autoreactieve T-cellen, auto-antistoffen, inflammatoire cytokinen, complementactivatie. Het kan niet worden aangetoond dat alle immuungemedieerde aandoeningen een specifiek auto-immuunmechanisme hebben. Immunotherapiemiddelen tegen kanker zijn in verband gebracht met immuungemedieerde ongewenste voorvallen die inflammatoir of auto-immuun van aard zijn. Deze kunnen duiden op een de novo immuungemedieerde aandoening of verergering van een reeds bestaande aandoening. Immuungemedieerde aandoeningen vormen ook een potentieel probleem voor vaccins waarbij nieuwe adjuvantia worden gebruikt om de immuunrespons te verhogen. Toxiciteiten zijn gevarieerd. Veelvoorkomende voorvallen betreffen de huid, het maag-darmstelsel en de luchtwegen. Minder veelvoorkomende reacties zijn onder meer neurologische voorvallen en endocriene stoornissen. De behandeling van immunotherapiegemedieerde voorvallen van het immuunsysteem bestaat onder meer uit corticosteroden en/of specifieke immunomodulerende middelen.
|