?:definition
|
-
In 2013 heeft het vijfde wereldsymposium over pulmonale hypertensie een nieuwe classificatie voor pulmonale hypertensie (PH) vastgesteld en in 2015 is een nieuwe definitie gepubliceerd, die invloed heeft gehad op de parameters voor het identificeren van Pulmonale hypertensie (SMQ).Daarom werd besloten om Pulmonale hypertensie (SMQ) te herzien. Er werden een nieuwe definitie en nieuwe opname-/uitsluitingscriteria vastgesteld op basis van de conclusies van het vijfde wereldsymposium over pulmonale hypertensie en de gezamenlijke taskforce voor de diagnose en behandeling van pulmonale hypertensie van de Europese vereniging van cardiologen (ESC) en de Europese vereniging voor de luchtwegen (ERS). De lijst met bijgewerkte termen is onderworpen aan tests. PH was tevoren gedefinieerd als een gemiddelde pulmonale arteriële druk (mPAP) > 25 mmHg in rust of een MPAP > 30 mmHg bij inspanning. De PH-subgroep bekend als pulmonale arteriële hypertensie (PAH) voegt het criterium toe dat de pulmonale arteriële wiggedruk <= 15 mmHg moet zijn. Sommige definities hebben ook de pulmonale vasculaire weerstand (PVR) opgenomen, waarbij deze >= 2 of 3 Wood-eenheden moet zijn. Mogelijke zwakke punten van de eerdere definitie zijn dat het niveau en het type inspanning en de lichaamshouding tijdens de inspanning niet waren gespecificeerd. Voorts varieert de normale pulmonale arteriële druk (PAP) bij inspanning naargelang de leeftijd. Verduidelijking van de definitie op grond van het beschikbare bewijs was een belangrijke doelstelling van de leidraad voor 2015 van de ESC/ERS. De nieuwe definitie van PH is een mPAP in rust >= 25 mmHg. Nader onderzoek is nodig om de natuurlijke voorgeschiedenis van patiënten met een MPAP van 21 tot 24 mmHg beter vast te stellen. De criteria voor inspanning en PVR moeten worden afgeschaft. Op grond van het beschikbare bewijs moet een mPAP in rust van 8 tot 20 mmHg als normaal worden beschouwd.
|