?:definition
|
-
Hypertensie wordt gedefinieerd als hoge arteriële bloeddruk. De oorzaken zijn onbekend (essentiële of idiopathische hypertensie) of gaan gepaard met andere primaire aandoeningen (secundaire hypertensie).Diverse criteria voor het drempelbereik variëren van 140 mmHg systolisch en 90 mmHg diastolisch tot 200 mmHg systolisch en 110 mmHg diastolisch. Volgens de hypertensierichtlijnen voor 2003 van ESH/ESC en het NHLBI (National Heart, Lung, and Blood Institute) is de optimale bloeddruk minder dan 120/80 mmHg. Prehypertensie wordt gedefinieerd als een bloeddruk van 120-139 / 80-89 mmHg. Nieuwere definities kenschetsen hypertensie als een complex, progressief cardiovasculair syndroom. De meerderheid van de patiënten is asymptomatisch; hypertensie wordt uitsluitend gedentificeerd door het meten van de bloeddruk. Tekenen en symptomen zijn onder meer hoofdpijn (uitsluitend bij ernstige hypertensie); en andere mogelijk verband houdende klachten: duizeligheid, een plotseling rood gezicht, vroegtijdige vermoeidheid, palpitatie en zenuwachtigheid. Klachten met betrekking tot effecten op de bloedvaten zijn onder meer epistaxis, hematurie en wazig gezichtsvermogen. Veelvoorkomende presentaties van hypertensieve spoedgevallen zijn onder meer pijn op de borst, dyspneu en neurologisch defect. Neurologische presentaties zijn onder meer occipitale hoofdpijn, cerebraal infarct of hersenbloeding, visuele stoornis of hypertensieve encefalopathie. Er treden geen vroeg optredende pathologische veranderingen op bij primaire hypertensie. Uiteindelijk treedt er gegeneraliseerde arteriolaire sclerose op, met name in de nieren. Hypertensie is een belangrijke risicofactor voor cardiovasculaire voorvallen, zoals myocardinfarct en beroerte. Vroegtijdige diagnose en behandeling zijn van wezenlijk belang.
|