PropertyValue
?:definition
  • Eosinofiele pneumonieën worden gekenschetst door een ophoping van eosinofielen in alveolaire ruimten, interstitium of beide. Perifere eosinofilie komt veel voor. De oorzaken zijn onder meer: infecties (vooral helmintisch); geneesmiddelgenduceerde pneumonitis (bijv. antibiotica, fenytone, I-tryptofaan); genhaleerde toxinen (bijv. cocane); systemische ziekte (bijv. Churg-Strauss-syndroom); allergische bronchopulmonale aspergillose. Diagnose gebaseerd op troebelingen op thoraxfoto en eosinofilie in perifeer bloed, bronchoalveolaire lavagevloeistof of longbiopsie. Chronische eosinofiele pneumonie heeft een onbekende etiologie. Wordt vermoed een allergische diathese te zijn. Fulminante ziekte met hoesten, koorts, gewichtsverlies, in 50% van de gevallen gepaard gaand of voorafgegaan door astma. Ook acute eosinofiele pneumonie heeft een onbekende etiologie maar is mogelijk een acute overgevoeligheidsreactie op een niet-gedentificeerd genhaleerd antigeen. Gekenschetst door acute koortsaandoening met hoesten, dyspneu, malaise, myalgieën, nachtelijk transpireren en pleuritische pijn op de borst. Loeffler-syndroom kan worden veroorzaakt door parasitaire infecties, met name Ascaris lumbricoides, maar het identificeerbare agens vaak niet te vinden. Gekenschetst door afwezige of lichte respiratoire symptomen, kortstondige verspringende longtroebelingen en perifere eosinofilie van het bloed.
?:hasCUIAnnotation
?:hasGeneratedBy
?:type

Metadata

Anon_0  
expand all