?:definition
|
-
Hypokaliëmie is een kaliumconcentratie (K) in plasma van minder dan 3,5 mmol/l die wordt veroorzaakt door een tekort aan totaal in het lichaam opgeslagen kalium of door een abnormale opname van kalium in de cellen. Hypokaliëmie kan worden veroorzaakt door een verminderde inname van kalium of gewoonlijk door overmatig verlies van kalium uit de nieren of uit het maag-darmstelsel. Geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij hypokaliëmie veroorzaken, zijn onder meer diuretica, laxeermiddelen, antimicrobiële middelen, mineralo- en glucocorticoden, en bèta-2-receptoragonisten. De klinische tekenen zijn afhankelijk van de mate van kaliumdepletie, en zijn mogelijk onder meer spierzwakte, spierkrampen, spiertrekkingen en paralytische ileus. Hypoventilatie en hypotensie treden op bij ernstige hypokaliëmie. Er doen zich gewoonlijk ecg-veranderingen voor wanneer het serumkalium < 3 mmol/l bedraagt; dit zijn onder meer verzakking van het ST-segment, depressie van de T-golf en verhoging van de U-golf. Bij uitgesproken hypokaliëmie wordt de T-golf steeds kleiner en de U-golf steeds groter. Hypokaliëmie veroorzaakt mogelijk hartritmestoornissen zoals premature ventrikel- en atriumcontracties, ventriculaire en atriale tachyaritmieën en tweede- of derdegraads atrioventriculair blok; uiteindelijk kan ventrikelfibrilleren mogelijk optreden. De behandeling bestaat uit via de mond ingenomen kaliumsupplementen, waarbij 20 tot 80 mmol/dag wordt gegeven tenzij veranderingen in het ecg van de patiënt optreden of de patiënt ernstige symptomen vertoont. Bij hypokaliëmische hartritmestoornissen wordt kaliumchloride intraveneus toegediend via een centrale ader, met maximaal 40 mmol/u en dan uitsluitend met continue hartbewaking. Een routinematig intraveneus infuus mag niet meer dan 10 mmol/u bedragen.
|